Heelwork

Als Nederlands kampioen Heelwork To Music en Nimrod deelnemer met een Toller, krijg ik nogal eens het verzoek voor een workshop heelwork binnen de jacht. Uiteraard ziet het heelwork dat we in de jachthonden training nodig hebben er een beetje anders uit dan de perfectie die in de obedience en Heelwork To Music wordt nagestreefd. In de jacht is het nu eenmaal van belang dat de hond wel notie blijft houden van wat er in het veld gebeurt en dit jachtveld dus, met minimaal een schuin oog, in de gaten blijft houden.

Positie training i.c.m. impuls controle

Waarom ik dan toch voorstander ben van het hele strakke heelwork aanleren is om de simpele reden dat wanneer ze deze perfectie beheersen er meer overblijft voor de wat meer “losse” jacht variant dan wanneer je nooit samen voor perfect heelwork hebt getraind.  Dat de hond leert wat de juiste positie aan het linkerbeen is  en deze positie wil volgen wat er ook gebeurt tot er een release of ander commando wordt gegeven. En, geloof me, honden zijn zo gevoelig voor context gebonden leren en het zit zo in hun genen het jacht veld te willen scannen, dat zelfs wanneer ze perfect heelwork aanbieden hen echt niks zal ontgaan.

Sec bekeken is goed opgebouwd heelwork niet anders dan de perfecte positie aan je been aanleren in combinatie met een bewegende vorm van impuls controle.  Maar al te vaak bestaat het heelwork uit; de voorjager die heel erg zijn best doet om de aandacht van de hond erbij te houden doormiddel van praten of zelfs lokken met voer. Veel mooier zou het, net als bij de impulscontrole oefeningen, zijn wanneer dit onder controle van de hond komt te staan. Oftewel wanneer de hond zelf kiest voor heelwork omdat dit zich uitbetaald en mogelijk zelfs toegang geeft tot de activiteit die hij nog liever wil. Namelijk het apport, wat de hond zag vallen tijdens het heelwork, halen. Als de hond de heelwork positie kent gaan we ook in dit heelwork premacken op af- en verleidingen. Want zogezegd eigenlijk is heelwork dan niet meer dan een bewegende impuls controle oefening.

Voor het aanleren van die perfecte positie en strak kunnen meedraaien met de voorjager is overigens ook een belangrijk stukje lichaamsbewustzijn nodig. De hond zal immers moeten leren dat hij een achterhand heeft die hij afzonderlijk van de voorhand kan bewegen, dat hij zowel vooruit als achteruit, als zijwaarts kan lopen. Om dit te kunnen begin je met het aanleren van pivoteren aan de hond.

Hier het gehele stappen plan voor al deze afzonderlijke oefeningen uitschrijven gaat wat ver en behoeft ook visuele hulp in de vorm van filmpjes (wel sinds kort ook te verkrijgen in mijn online trainingen) of live voorbeelden en feedback. Vergeet niet dat heelwork aanleren iets is waarvoor je ook, of misschien soms zelfs wel beter, bij een obedience/dogdance instructeur terecht kunt. Dan wel even aangeven dat eenmaal beheerst het jacht heelwork ook bestand moet zijn tegen de vele prikkels van het jacht veld en dat deze wel gezien mogen/moeten worden maar vervolgens gerespecteerd moeten worden tot er eventueel toestemming gegeven wordt tot apporteren. Maar voor je daar aan toe bent moet eerst het heelwork optimaal beheerst worden.

Zowel links al rechts voorjagen en heelworken

In leer mijn honden vanuit de andere sport die ook onze passie heeft, zowel links als rechts heelworken. Dat is me tijdens de jacht(training) ook al regelmatig heel goed bevallen. Zeker nu ik vaak met twee honden tegelijk voorjaag heeft dit voordelen. Maar ook kan het soms net handiger uitkomen wanneer je ook je hond rechts kunt voorjagen. Daarnaast belast je rug, nek en bil spieren mooi evenredig wanneer je af en toe eens van kant wisselt.

Heel versus close

Los van het aanleren van het super strakke heelwork train ik op een andere manier ook de wat minder strakke close in, waarbij de honden niet naar mij, maar in het veld kijken. Wanneer ze het strakke heelwork eenmaal beheersen is dit vrij gemakkelijk erbij aan te leren. Afhankelijk van de context/sport/doel van de oefening zal ik deze cue’s afwisselend in kunnen zetten. Voor zowel de close als de heel geldt overigens dezelfde positie naast mijn been. Waarom dan niet alleen kiezen voor de close aangezien we deze in de jacht(training) het meest nodig zullen hebben? Omdat, zoals ik als eerder schreef, ik in het aanleren graag ga voor perfectie omdat er in het veld door de vele af- en verleidingen toch vaak behoorlijk wat van deze perfectie verloren gaat.

We gaan vaak te snel

Vaak lopen we binnen de jacht vooral aan tegen problemen met het heelwork wanneer de prikkel die tijdens dit heelwork in het veld gebeurt te groot wordt. Dus vaak gaat het heelwork op een leeg veldje best prima maar wordt het al lastig met oplopen naar post, laat staan in het met meerdere op linie lopen in een drijfjacht.

Jullie snappen waarschijnlijk al dat voordat jij en je hond aan dit laatste toe zijn je alle eerdere fases van het heelwork stapje voor stapje geproofd moet hebben op allerlei verleidingen. Voordat de oefening uiteindelijk bestand is tegen alle verleidingen van het echte linie lopen op een drijfjacht ben je dus nog wel even aan het oefenen. Om die reden zet ik altijd in op de perfectie aan leren zodat als je start met het cijfer 12 en er misschien, onder invloed van alle af- en verleidingen, er misschien nog net een 7 overblijft. Start je met een 7 dan weet je dus ook gevoeglijk haast zeker dat het nooit voldoende zal blijven wanneer er meer afleidingen in het spel gaan komen.

De meeste combinaties die ik op de workshops of trainingen tegen kom geven aan dat hun hond echt wel kan heelworken maar dat deze er alleen bij het linie lopen er niks van bakt. Wanneer we dit dan gaan testen door simpele oefeningen als: laat je hond maar even zitten en wachten en ga ergens anders staan en roep vervolgens je hond maar stilstaand in de heel positie, zijn er maar bar weinig honden die dan gelijk de juiste heel positie weten op te zoeken. Of, een andere test: sluit je ogen maar, zeg 1 x heel tegen je hond en loop maar naar de overkant van het veld. Ook dan blijkt er vaak niet veel over te blijven van het heelwork. Vaak blijkt dus, zoals als eerder geschreven, dat het heelwork uitsluitend bestaat onder controle van de voorjager maar zodra deze controle wegvalt (wij hebben immers onze ogen zelf nodig om ook alles in het veld te zien) en wij niet regelmatig met een commando of lichaamstaal kunnen/mogen inwerken op de hond, ook het heelwork instort. Je kunt je voorstellen dat wanneer dit al op een relatief prikkel arm grasveldje gebeurt dit uiteraard tijdens het linie lopen ook zal gebeuren.

Kortom het veel gegeven advies van mij is: besteed meer aandacht aan het, wel overdacht in kleine stapjes, opbouwen van het heelwork. Dit geldt voor zowel het aanleren van de juiste positie als voor het los daar van opbouwen van impuls controle. Breng deze uiteindelijk samen en maak ze uiteindelijk, in kleine stapjes, bestand tegen de vele verleidingen van het jachtveld. Dan pas zijn jullie toe aan linie werk en zelfs dan blijft het heel veel onderhouden. Zeker wanneer het na het lopen van vele mappen of praktijkjachten toch weer wat slordiger is geworden.

Als laatste nog twee tips:

1: Wat heel veel gebeurd bij het leren van de oefening wandelen zonder trekken in zowel de trainings- als de meer recreatieve setting is het belonen van het herstel maar niet zozeer het belonen van de druk van riem nemen of het in de juiste positie zijn van de hond. Daarmee bedoel ik het JOJO gedrag van handler en hond wat we dan vaak zien ontstaan. De hond trekt, de hond springt in de naast en wordt beloond en vervolgens trekt de hond gelijk weer. De hond heeft geleerd dat dit de gedragsketting is en niet dat in de juiste positie meelopen of de druk van riem nemen de bedoeling was. Leer dus liever dat wanneer de hond trekt je inderdaad even stilstaat maar dat zodra de hond ook maar even de druk van de riem haalt hij als beloning hiervan weer verder mag met lopen. Maar vergeet vooral ook niet de positie die voor jou wenselijk is te bekrachtigen nog voor het misgaat. In de aanleer fase heel frequent belonend afbouwend naar een interval schema. Wat ik zelf ook heel fijn vind werken is zodra de hond ook maar net iets uit positie te ver voor je wil gaan lopen, dus nog voor het echt trekken aan de lijn, heel resoluut 180 graden linksom te draaien waardoor de hond wel even in de juiste positie moet komen en dus ergens in die bocht weer perfect naast je loopt wat je vervolgens kunt belonen.

2 : Investeer in de oefenmomenten opzoeken.  Voor veel honden is het oplopen naar de post heel erg lastig om zonder trekken te volbrengen. Logisch ook, want het gevolg van dit vaak dus trekkend oplopen naar de post is over het algemeen 100% mogen gaan doen wat de hond zo graag wil… Apporteren! Ofwel eigenlijk wordt dit trek gedrag 100 % beloond en wordt er elke keer weer voldaan aan de verwachting van de hond. Met hetzelfde “gemak” maak je het verwachting patroon anders door de uitkomst van het oplopen naar post niet steeds “je mag aan het werk’” te laten zijn maar hier afwisseling in aan te gaan brengen. En uiteraard zal die keer dat het wel gevolgd wordt door “je mag aan het werk” uitsluitend de keer zijn dat jullie zonder trekken op post zijn gekomen. Velen van jullie trainen ook in een groep dus je kunt meerdere keren mee oplopen naar de post en je totaal focussen op netjes heelwork, even rustig op post staan en weer weg lopen en even samen gaan spelen met je hond. Ook op wedstrijden kun je in plaats van wachten hier vanaf de zijlijn natuurlijk prima op oefenen, uiteraard zonder de deelnemer die echt aan de beurt is daarmee lastig te vallen. Vaak vergeten we deze train momenten mee te pakken en zitten we, vaak al kletsend, te wachten op onze beurt, terwijl je hiermee ook als je niet aan de beurt bent zoveel kunt trainen. Je kunt de momenten dat andere aan de beurt zijn prima gebruiken om te werken aan de steadyness en rust op post, het netjes mee oplopen naar het inzet punt, omgaan met verleidingen enz. enz.  Natuurlijk is het ook belangrijk af en toe in de wachtkamer de hond rust te geven maar vergeet deze kostbare momenten niet te benutten al was het maar om de hond duidelijk te maken dat oplopen naar het inzet punt niet altijd betekent “je mag werken”.

Vaak wordt heelwork gezien als een saaie noodzakelijke oefening en eerlijk gezegd zag ik het ook jaren lang zo. Tot ik in aanraking kwam met de methode en de creativiteit van Heelwork To Music en het magische gevoel van zo dichtbij elkaar zo, samen één te kunnen zijn. Vanaf toen werd het onze meest favoriete oefening. Die nooit saai meer zal worden door alle variaties die je erop en erin los kunt laten. Hopelijk gaan jullie deze oefening nu ook heel anders zien en er net zo veel plezier aan beleven.

Heel veel train plezier en wie weet tot ziens!

Gwen Pieters, Kynologisch “jacht” instructeur en gedragstherapeut.

www.leschienssportives.com ( nu ook online trainingen! )